Op het Prozeeterrein hebben de vroegere fabriekshallen plaats gemaakt voor nieuwe woningen en de voormalige overslag aan de kade is omgevormd tot een openbaar gebied. De oude draadstaalfabriek Neerlandia, waarvan nu enkel de monumentale gevel nog overeind staat, krijgt een nieuwe toekomst als complex met woningen en horeca.
Van het industriële waterlint dat de Vaartsche Rijn ooit was, zijn enkel versnipperde sporen terug te vinden. Zo zijn veel van de gemetselde fabrieksschoorstenen verdwenen en de ooit zo dominante industrie van tegel-, steen- en pannenbakkerijen is nauwelijks nog herkenbaar. Maar dit is aan het veranderen. Cultuurhistorie vormt een hoofdmotief bij de verschillende ontwikkelingen langs de Vaartsche Rijn. Precies zoals de ruimtelijke hoofdstructuur voorschrijft die de gemeente Utrecht opstelde voor de zone langs de Vaartsche Rijn. Het effect is nu al te zien bij de herontwikkeling van het Prozeeterrein met de voormalige Neerlandiafabriek in het zuiden van Hoograven.
Relatie met het water
De bestaande bebouwing langs de Vaartsche Rijn sluit de stad grotendeels af van het water. Zo staan de meeste woningen parallel aan het water, met hun achtertuinen direct op de oevers. Op andere plekken hebben langgerekte bedrijven zich op de eerste rang aan het water gepositioneerd. Zelfs op Rotsoord blokkeert het industrieel erfgoed op de meeste plekken de toegang tot de Vaartsche Rijn. Op deze manier is de aanwezigheid van het water nauwelijks voelbaar in aangrenzende wijk. Op het voormalige Prozeeterrein is dit anders. Met de herontwikkeling van dit terrein zoeken ZEEP architects and urban designers de verbinding tussen wijk en water op, waarbij zij de herinnering aan het industriële verleden levend houden.
bonkige no-nonsense architectuur en industrieel erfgoed creëren een prettige stedelijkheid
Het nieuwe Neerlandia
Op de plek van de oude fabrieksloodsen staan vier stroken met woningen en appartementen aan het water. De contouren van de loodsen zijn leidend geweest voor de verkaveling en de oriëntatie haaks op het water. Vanwege de sanering van de grond is dit gehele plandeel zestig centimeter opgehoogd. Het hoogteverschil is ingezet om het eigen karakter van dit plangebiedje extra nadruk te geven. Zo hebben de woningen aan het Hamersplantsoen allemaal een eigen trapje voor de voordeur, gemaakt van geperforeerd staal. Deze industriële trapjes staan in eigenwijs contrast met de bakstenen woningen. Maar ze zijn meer dan enkel een esthetisch object. Ze zorgen dat de woningen een adres krijgen op maaiveldniveau en ze laten een zone ontstaan die mensen zich gaan toe-eigenen.
Neerlandia zoekt de verbinding tussen wijk en water op
Een soortgelijke werking is te zien bij de verhoogde woonstraat die tussen de woningen in ligt. Hier is het eigen karakter van het plangebied goed voelbaar. Hoewel deze straat stenig is, is hij uiterst aangenaam. De maatvoering die refereert aan de loodsen van voorheen biedt genoeg afstand voor de privacy van bewoners, terwijl het geheel alsnog intiem aanvoelt. Elke woning heeft een grote, houten plantenbak en een ‘loper’ voor de deur: een vlak met afwijkende bestrating als een voorportaal naar de voordeur. Deze ingrepen nodigen de bewoners uit tot verdere toe-eigening van de straat, met een gevoel van collectiviteit als gevolg.