Unhealthy urban living in Overvecht?
Binnen Utrecht, de stad die actief inzet op Healthy Urban Living, is Overvecht het grote zorgenkind. Althans volgens de cijfers. Die geven inderdaad een treurig beeld. Overvecht heeft de hoogste zorgkosten van heel Nederland. De gemiddelde levensverwachting is er 59,7 jaar. Dit is het laagste van alle Utrechtse wijken en zelfs twaalf jaar lager dan de wijk Tuindorp, de wijk die het volgens de cijfers het beste doet. Veel kinderen in Overvecht zijn te dik. Van de negen- tot elfjarigen heeft tweeëntwintig procent overgewicht en acht procent zelfs obesitas. Dit is bijna vijf keer zoveel als in Tuindorp. Eén op drie kinderen tussen de tien en twaalf jaar voldoet niet aan beweegnorm. De laatste jaren is er flink geïnvesteerd in de openbare ruimte en speelplekken in de wijk. Hoe worden deze gebruikt?
Graswijk
Tijdens een zonnig weekend in april neem ik de proef op de som. Uren aan een stuk fiets ik door Overvecht. De wijk heeft in ieder geval geen gebrek aan vierkante meters ‘groen’. Al fietsend zie ik prachtige volwassen platanen, grastapijten, nog meer platanen, hier en daar een aangelegde heuvel in het gras, slingerende paadjes, en gras. Heel veel gras. Overvecht een flatwijk? Ja, maar zeker ook een graswijk!
In park de Gagel is kinderboerderij Gagelsteede vol bedrijvigheid. De bijbehorende speeltuin is overladen met jonge kinderen die klimmen, glijden, lachen, scheppen, schommelen, graven en rennen. In de moestuin wordt ijverig geharkt. Deze drukte staat in contrast met de rust in de rest van het park. Op weg naar Overvecht kwam ik langs het Julianapark in Zuilen, waar mensen op kleedjes op het gras lagen en volop gevoetbald werd. Park De Gagel is naast de Gagelsteede voornamelijk leeg. Genereert de overvloed aan grasvlakten in de wijk misschien ‘grasvrees’, als een groene variant van pleinvrees?
Ter verbetering van de wijk zijn twee gebiedsplannen gemaakt: Overvecht Spoorzone en Overvecht De Gagel.
Tussen de stedenbouwkundige stempels van Overvecht vind ik een veelheid aan speeltoestellen. Er zijn wipkippen, glijbanen, schommels, voetbalkooien, boomstronken om overheen te klimmen en rioolpijpen om doorheen te kruipen. De kwaliteit van de groene ruimten tussen de stroken woningen en flats wisselt sterk. Sommige zijn netjes, met goed onderhouden speeltuigen en kleurige viooltjes in de boomspiegels. Hier spelen dan ook kleine kinderen. Ouders klauteren achter hen aan. Andere ruimten lijken op het eerste gezicht uitnodigend door de grasheuvels met touwbruggen, monumentale bomen en daarachter wipkippen voor de peuters. Dichterbij schrikt de ruimte echter af. Er ligt afval, dat zo vanuit de flats naar beneden gegooid lijkt te zijn, en her en der verspreid zie ik gebruikte lachgasampullen. Hier krijgen de cijfers, die melden dat tweeëndertig procent van de jongeren zich onveilig voelt op de Overvechtse speelplekken, voor mij een duidelijk gezicht.
De enorme schaalsprongen in de buitenruimte van Overvecht zijn fascinerend, maar soms ook intimiderend. Een speeltuin voor de allerkleinsten aan de Wolgadreef wordt letterlijk overschaduwd door een wand van flatwoningen met schotels en waslijnen. De straten zijn op sommige plekken zo breed dat een kind met een bal niet eens de stoeprand aan de overkant kan raken. Twee jongetjes trappen een voetbal tegen de blinde plint van een flat van veertig meter hoog naast winkelcentrum Overkapel. Bewoners gooien hem terug wanneer hij op de galerij belandt. Toch lijkt de maat van het kind zoekgeraakt in de overdaad aan groene ruimte.